Na een paar dagen in Ksamil doorgebracht te hebben, is het inderdaad tijd om weer eens te verplaatsen. Er wordt gekozen om een detour te maken langs de kust, want volgens de literatuur moet deze mooi zijn. En wij geloven de literatuur, zoals al vaker aangegeven in het blog. De detour route kost ons een schamele twee uur meer, maar aangezien we de afgelopen dagen beperkt in het rental vehicle hebben gezeten, moet dat geen probleem zijn. Laten we gaan, op weg naar Berat.

Het eerste stukje is niet heel spannend, want dat hebben we de laatste dagen al mogen ervaren. De spannendste van de vakantie. Maar goed, we moeten hier even voorbij dus gas er op. Ik heb de afgelopen dagen al een paar keer een koosnaampje ontvangen voor mijn rijstijl. Maar Max vind ik toch echt te ver gaan, ik kan geen 360 maken. Als we voorbij aan Sarandë zijn, verandert direct het landschap. Commerciële uithangborden verdwijnen en het aantal huizen, af of nog niet, neemt drastisch af. Een mooi voorteken.

De wegen zijn gelukkig ook goed op dit gedeelte en dat is fijn gezien het bochtige parcours. Ik betrap mezelf op mijn veranderende rijstijl en voel mij al echt een Albanees op dat gebied. Het is soms wat onrustig in dit land, maar de regels zijn simpel, het recht van de sterkste geldt. Rij je bijvoorbeeld een rotonde op, dan moet je eigenlijk ogen dicht doen en er op rijden, want voorrang is lastig. Het is bijna drie weken goed gegaan, het kan dus wel. Ik hoop alleen dat ik de rijstijl niet meeneem naar Nederland.

Een frappante anekdote, die Ingrid mij vertelde, gaat over de aversie van het Albanese volk tegen regels. Een perfecte illustratie. In de buurt van Pogradec hadden ze eens een idee voor een mooie tolweg. Alleen de bevolking voelde daar niks voor. Dus hebben ze een aantal keren de tolhuisjes in de fik gestoken, totdat ze inzagen dat het maar geen tolweg moest zijn. Het heeft wat weg van de boerenprotesten in Nederland, maar goed daar hou ik het maar even bij qua commentaar.

Het is overigens een goed besluit geweest om via de kust te rijden. De omgeving is mooi, de uitzichten fenomenaal en de plaatsjes waar wij doorheen rijden allen met een eigen karakter en staat van ontwikkeling. Vuno is daarbij authentiek met allemaal witte huisjes. Vlorë een heuse nieuw ontwikkelde badplaats en Himarë weer heel sereen. We stoppen een paar keer om van de uitzichten te genieten en om voeding tot ons te nemen.

Ondanks de mindere ervaringen van gisteren wordt er wederom gekozen voor een platte paste bodem met kaas, tomaat en ander belegsel. Deze keer is de pizza veel beter en samen met de wespen genieten we van onze rust. Want hoe het ook komt, we krijgen altijd gezelschap van deze leuke vriendelijke geel-zwarte beestjes. Vooral Karsten vinden ze leuk.

Na een schamele vijf uur komen we aan in Berat. Direct bij binnenkomst hebben we misschien deze plaats te weinig toegedicht. Het blijkt een grotere plaats met meer rumoer dan gedacht. We verblijven deze keer in Hotel Demaj. Een schattig hotel langs de rivier en letterlijk tegen de berg aangebouwd. De uitgehakte berg is het decor van de achterzijde van het hotel. Het wordt ogenschijnlijk gerund door twee broers en een vrouw. Ik verwacht dat de vrouw amoureus is verbonden met één van de twee. Het kennis niveau van de Engelse taal is weer eens om van te janken. Eerlijk waar.

Berat is een stad welke is gebouwd om een berg heen. Boven op de berg ligt het kasteel van de plaats. Dit kasteel is bewoond. Dit betekent dat betalen voor entree dus onzinnig is. Je kunt namelijk in de avond gratis het kasteel bezichtigen met zijn bewoners. Het valt op dat het veelal oudere zijn. Maar goed het kasteel komt zo verder nog.

Aangezien de 35Gb van het toerist pack aan mobiel internet er door heen gejast is, hebben we voor de laatste twee dagen nog een beetje meer nodig. Uit de website van Vodafone konden wij niet komen en al helemaal wat het vinden van ons nummer niet te doen. Daarom kiezen wij om naar een Vodafone winkel te gaan. Vodafone is de beste provider voor dit land. De andere ‘One’ schijnt in bereik net iets minder te zijn. Met de laatste druppels mobiel internet navigeren wij naar de dichtstbijzijnde winkel. Als we daar aan komen is het niet duidelijk of deze winkel open is. Dit heeft met twee zaken te maken, ten eerste veel winkels in de straat zijn gewoon gesloten en ten tweede heeft de winkelmedewerkster zich goed verstopt achter haar beeldscherm.

We treden binnen en alsof wij de spreekwoordelijke eerste schaap zijn, volgen er nog twee klanten. Met handen en voeten proberen wij duidelijk te maken wat wij willen. De lieftallige dame probeert ons terstond nog een toerist pack aan te smeren. Na vele nee en vele onduidelijkheden, Engels snapte ze voor geen ene meter. Typte ik de wens in op Google Translate, altijd het laatste redmiddel. We hebben contact en binnen 5 minuten hebben wij een opwaardering van 8 Gb voor nog geen 7 euro. Probeer dat maar eens voor elkaar te krijgen in ons kikkerlandje.

Door onze zoektocht naar deze ondersteuning, waren wij in het nieuwe gedeelte van Berat verzeild geraakt. Karsten vroeg zich af hoe nieuw dan, want aan de staat van de omgeving, was dat niet altijd af te lezen. Ingrid had een restaurant gevonden: “ Deze heeft 5 sterren bij 364 reviews”. Iets wat wij deze vakantie ECHT niet eerder hebben gehoord. Daarnaast blijkt het niet ver lopen, in afstand had ze moeten zeggen. Want hoogte verschillen kun je niet aflezen op Google Maps. Want denk even terug dat ik net vertelde dat de stad om een berg is gebouwd. Daarnaast is het restaurant in het kasteel, bleek iets later. Hetgeen resulteerde weer in gepuf, gezweet en geklaag. Daarbij laat ik maar even in het midden wie er het meest aan het klagen was. Het leuke wel aan routes via Google Maps is, dat je op plekken komt waar een toerist niet direct verwacht wordt. Je loopt dus door straatjes die verpauperd zijn en waarbij de kozijntjes niet altijd hellemaal voldoen aan de laatste winterschilder. Maar wat we voor de rest onthouden hebben, zijn de steile steile hellingen.

Het zweet loopt uit poriën op plekken waar ik niet wist dat ik poriën had. Ik was overigens niet de enige die hier last van had. We kiezen ervoor om bij het eerste de beste terras aan te schuiven voor de broodnodige vochtige versnapering. Als we zitten blijkt het niet de meeste populaire bestemming te zijn, afgaande op de setting en bediening. De bediening heeft veel weg van Manuel van Falwty Towers. Dit betrof dan zeker zijn schele broer. Engels was weer een no-go en via afbeeldingen in Google Search, je hebt echt mobiel internet nodig in dit land, konden wij onze bestelling doorgeven. Bij afrekenen krijgen wij een ietwat vermoeden dat de sullig uitziende ober, iets meer venijn in zijn mars heeft. Want de rekening en het wisselgeld lijken ietwat verdacht.

Dan komen we er inderdaad achter dat het gevonden restaurant in het kasteel moet liggen, lang leven de navigatie en wie hem afleest. Als wij het kasteel binnenlopen, snap ik werkelijk niet waarom je hier ooit entree voor zou moeten betalen. Het is namelijk gewoon een wijk/dorp op zich. Er lopen nu ook veel toeristen, waaronder veel zuinige Nederlanders. Zo ken ik mijn volk weer. Als vanouds loop ik achter aan, want ik wil dit stukje unieke samenleving op de foto zetten. Daarom kom ik ook als laatste aan bij het ‘terras’. Nou, terras is groot woord, meer richel met zitplaatsen en tafels.

Het eten is goed bij restaurant Temi en de bediening is vriendelijk. Naast dat de bediening druk is met de service, zijn ze ook druk met een kitten op te voeden. Het beestje, te schattig, loopt steeds op de straat en ondanks dat we in een kasteel zijn, de wegen steil zijn en wij praktisch op de weg zitten, komt er best veel verkeer langs.

Als wij het kasteel weer achter ons laten om het oude centrum verder op te zoeken, is het gezelschap blij dat wij nu van de top afdalen naar de rivier. Mag ik even zeggen dat ik het verdomd pittig vond. Mijn voet stond op bepaalde momenten in een hoek van 160 graden in vergelijking tot mijn enkel. Mijn kuiten leken van steen. Wat makkelijk naar beneden lopen, bekijk het even. Met andere woorden, ik was blij dat ik beneden was.

We struinde nog een beetje door het oudere gedeelte en besloten nog een terrasje te pakken. De muziek tierde aardig en naast ons denken wij iemand te herkennen. Echter kan het onmogelijk omdat wij weten dat ze nu op Curaçao zit. Karsten: “ Dat is toch net Hilda !”. Ik moest hem gelijk geven inderdaad. Meest komische was ook nog dat ze uit Nederland kwam.

We hebben een lekkere nacht in het hotel. Helemaal aangezien wij geen familie-kamer hebben, maar de jongens een kamer en wij een privé kamer. Zo voelt het als je bijna drie weken op elkaar lip in harmonie ligt te snurken. In de ochtend bespreken wij de bedden als gezelschap. Dit te meer omdat een deel zich nogal kritisch opstelt ten opzichte van het geboden comfort. Ik heb er minder last van.

Het ontbijt is ook hier weer veel. Op tafel staan voor ons croissants, yoghurt toetjes, eieren, komkommer, tomaat, geitenkaas, sinaasappelsap, fruit in vier soorten en daar komt nog melk en een inheems kaasbroodje bij. Ik moet bekennen, de tafel was niet leeg toen wij deze moederziel alleen achter ons lieten.

Vandaag willen wij Berat bij daglicht verder bekijken. Het is de stad van ‘Duizend Ramen’. Dit komt door de woningen die tegen de berg aangebouwd zijn. Ook hier is een episode van ‘Wie is de Mol’ opgenomen, dat is even alles wat ik er over zeg ! Als hotel betaalt is en de bagage in de auto staat, laten we de auto mooi voor het hotel staan en gaan wederom te voet verder.

Al snel heb ik weer achterstand, want al het moois moet op foto en film. Een aantal morren als we de woningen tegen de berg van iets dichter bij willen gaan bekijken. Het betekent namelijk dat er weet geklommen moet worden. Karsten loopt weer breed glimlachend voorop. Ingrid zegt:” Hij is geboren voor deze omgeving”. Het zijn nauwe paadjes met trappen en er wordt momenteel veel onderhoud gepleegd. De gemiddelde leeftijd van de originele bewoners komt niet onder mijn eigen leeftijd. Dan ben ik vriendelijk voor hun of minder vriendelijk voor mezelf.

Klik hier en een kort filmpje daar. Het houdt niet op. Snel dalen we weer af naar de oude stad bij de rivier en lopen daar nog wat straatjes door. Kort bezoeken we een Orthodoxe kerk. Net als zijn familielid in Korçë, is deze ook opengesteld voor publiek en we gaan dus naar binnen. Karsten heeft dan het idee om een kaarsje te branden. Allen van het gezelschap hebben hun eigen gedachte voor het branden voor het kaarsje. Toch mooi dat zo iets symbolisch, dit effect kan hebben.

Bij de auto teruggekomen komt ook eigenlijk wel het avontuur Albanië tot zijn eind. We zullen nu rijden naar Krujë, een plaatsje en hotel waar we al eerder zijn geweest. Dit omdat het dichtbij de luchthaven gesitueerd is. De baliemedewerker herkent ons bij binnenkomst in hotel Panorama. Altijd leuk. Ik zal in een separaat blog mijn definitieve bevindingen prijsgeven.

Nog één nachtje en dan, vaarwel Albanië en we zijn er weer Nederland.

 

Asnjëherë mos thuaj mirupafshim, por lamtumirë